Willem Vermandere — De Cierk

Текст песни с аккордами

    	    	Вступление

Released: 4 Mar 1973
Album:    Vier


Capo: 1 fret


[Intro]
D
A
D
G
A
D
A D


[Verse 1]
D                                    A
Moest ik mijn leven ne keer mogen hergaan
                                          D
dan ging ik in de cîerk in 't midden gaan staan
                               G
met slunsekleers en met swiebelschoën
D                                   A
kluchten vertellen en onnozel staan doen
                                            D
mijn smoel was geschilderd, mijn neuze bloedrood
     D7                               G
geen haar op mijn kinne, al weg kletsebloot
                                             D
'k zou dansen en springen rollekaboll' op de grond
                         A                    D    D7
en aan een koorde lijk d'apen zwierelen in 't rond.


[Interlude]
G  D
A  D
G  D
A  D
A  D


[Verse 2]
   D                                   A
'k Zou 't amusement zijn van kleine en groot,
                                          D
met mijn tien ekstermenten plus met mijne poot,
                                      G
en die niet wil lachen blijft in zijn kot,
            D                                A
en kijkt 'n televisie daar zie je nooit gene zot,
                                         D
wat zeg ik, geen zotten en wat is Armand Pien,
     D7                                    G
en g'hebt toch de keunink ook al ne keer gezien,
                                D
en hoe noemt ie were, dis-moi comment,
                          A                         D    D7
ach il y a toujours un ministre qui ne parle pas Flamand.


[Interlude]
G  D
A  D
G  D
A  D
A  D


[Verse 3]
     D                                    A
Maar hier zitten w'in de cîerk van de politiek
                                                D
de clowns in pitteleir, de fine fleur, de grote sjiek,
                                D7     G
de totetrekkers, sleppestekkers eerste klas,
   D                                       A
de zedeprekers, zakkevullers van 't vetste ras,
                                  D
'k noeme geen namen, 't is te delikaat,
            D7                               G
ze zouden j'attakeren binst dat je te zingen staat,
                                               D
lang haar en rosten baard, ie ondermijnt ’t gezag,
                    A                      D    D7
en ze maken van een schete geirn nen donderslag.


[Interlude]
G  D
A  D
G  D
A  D
A  D


[Verse 4]
D                                  A
Maar 'k ben van mijn onderwerp afgeleid,
                                             D
't was in de cîerk dat 'k ging gaan had ik gezeid,
                                  G
met mij mocht je lachen, 'k zou d'r omme doen,
    D                                A
daarom mijn zotte kop en mijn swiebelchoën,
                               D
Dames en heren kom binnen, kom binnen,
    D7                                         G
kom binnen, sluit de deure want 't spel gaat beginnen,
                                   D
dag pezewevers, krebbebijters, dag gierigaards,
                      A                       D    D7
goên dag schone lieve meisjes, goên dag lelijkaards.


[Interlude]
G  D
A  D
G  D
A  D
A  D


[Verse 5]
   D                                       A
'k Spele voor de nieweirds en voor d'heiligaards,
                                D
de vieze perluten en de kluchtigaards,
                                            G
der is niemand volmaakt 't is altijd dit of dat,
   D                              A
te lank of te smal of te rond van gat,
                                    D
te kort van memorie of te trage van gang,
 D7                                      G
d'oren staan te wijd of de benen zijn te lang,
                                            D
awel ziet z'hier zitten, bekijkt z'één voor één,
                     A                             D    D7
met wat een bende onnozeleirs zit ik hier aan mijn been.


[Interlude]
G  D
A  D
G  D
A  D
A  D


[Verse 6]
D                             A
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand,
                                          D
wie heeft er hier 't stomste smoel van ’t land,
     D7                              G
waar zijn hier de clowns in al dat gewoel,
   D                               A
de wereld is ne cîerk, enen zotten boel,
                                   D
elk danst en springt, elk tiert en tuit,
     D7                             G
elk wringt en wroetelt, elk wil vooruit,
                                       D
is 't leven ne klucht, is 't leven een spel,
              A                     D    D7
elk schart en vecht voor zijn eigen vel.


[Outro]
G  D
A  D
G  D
A  D
G  D
A  D
G  D
A  D		
    

Видео клип

Основные табулатуры аккордов, бой

Аккорды
TopAkkord.ru